Wat als het langs de IJssel ook wat wilder mag? 

12-08-2024
Langs de Maas en Rijn heeft ARK Rewilding Nederland de afgelopen 35 jaar de sporen verdiend. Hier kreeg de rivier op verschillende plekken ruimte om zich met zo min mogelijk menselijk ingrijpen te ontwikkelen, zoals in de Maasvallei en in de Millingerwaard. Is dat ook mogelijk langs de IJssel? IJsselambassadeur en rivierjournalist Wim Eikelboom ging op pad met twee ARK’ers om met hun ogen rond te kijken in de IJsseluiterwaarden.

We ontmoeten elkaar in Cortenoever, een buitendijks gebied in de bocht van de rivier tussen Brummen en Zutphen. Een mooi startpunt voor een verkenning in uiterwaarden van de IJssel met Bart Beekers en Ykelien Damstra van ARK Rewilding Nederland. Hier heeft de riviernatuur kortgeleden een opkikker gekregen. Het bord bij de entree op de dijk belooft ooibos, kronkelgeulen, bloemrijke graslanden en verlaagde uiterwaarden voor kwartelkoning en porseleinhoen. Zo op het eerste gezicht is de natuur hier met sprongen vooruit gegaan. 

Hoewel Bart en Ykelien hun partner-natuurorganisaties niet de maat willen nemen, is het al snel duidelijk: ze vinden de ontwikkelde natuur in Cortenoever langs de IJssel behoorlijk braaf. Wanneer ARK had mogen meepraten over de herinrichting van Cortenoever, was er meer ruimte gekomen voor procesnatuur, zoals ze dat noemen. Op z’n Engels ook wel rewilding geheten.

Image
Ykelien en Bart zetten zich in voor de rivieren
Ykelien Damstra en Bart Beekers zetten zich met het gebiedsprogramma Gelderse Poort en Rivieren in voor het verbinden en het uitbreiden van riviernatuur. Hierbij zetten zij in op een succesvolle combinatie in van natuurontwikkeling, verbetering van rivierveiligheid en de koppeling met economische functies. © Wim Eikelboom

 

Fladderiep 

Bart, ecoloog en programmaleider Gelderse Poort en rivieren bij ARK fronst zijn wenkbrauwen als we bij een metershoog hek komen rond een aangeplant hardhoutooibos. Het moet voorkomen dat reeën aan de jonge boompjes knabbelen, en ze niet tot wasdom komen. Dat zouden ze bij ARK niet zo doen. ‘Tja…. Je wilt een bos hebben en dan plant je het aan. Heel begrijpelijk. Maar je gaat voorbij aan de relaties die bomen en planten met dieren hebben. Want die dieren mogen niet in dit jonge bos komen’, zegt Bart.  
‘Als je de natuur de ruimte geeft om zelf te bepalen hoe die zich ontwikkelt, zul je meer variatie en soortenrijkdom ontdekken dan wanneer die natuur vanaf de tekentafel is ingericht’, zegt Ykelien. ‘Zulke natuur kleurt minder binnen de lijntjes en het eindresultaat staat niet vast’, vult Bart aan. ‘We kijken dan als eerste: wat staat hier al aan bos. Dat gaat zich vanzelf vermeerderen. Dat vraagt tijd en herstel van natuurlijke begrazing door paarden, runderen én kleinere, wilde grazers. Zij maken een mozaïeklandschap waarin bomen en struiken zich natuurlijk kunnen verjongen. Als je toch gaat planten, vul dan aan wat verdwenen is. Hardhoutooibossoorten als wilde appel, wilde peer, gladde iep en rozen zouden hier goed passen.’  

Een nadere bestudering van het aangeplante ooibos achter het hoge hek, stemt hem een beetje milder. ‘Ik word enthousiast van de fladderiep en meidoorn in dit bos. Die worden teruggebracht in het systeem. Met name stekelstruiken zijn heel belangrijk om andere bomen kans te geven om groot te worden. Stekelstruiken als meidoorn en sleedoorn vormen een beschermende jas rond jonge opgroeiende boompjes, zodat vretende reeën er niet bij kunnen.’

Image
Ykelien en Bart zetten zich in voor de rivieren
Ykelien Damstra en Bart Beekers zien volop kansen voor natuurlijke ontwikkelingen langs de rivieren. Wildere natuur waar de vogels bomen planten, grazers zaden verspreiden en wilde zwijnen de bodem omwoelen zodat planten kunnen groeien. © Wim Eikelboom

Ook signaleert Beekers zwarte populieren. ‘Die verdwenen ooit bijna uit het rivierengebied door ons toedoen. Bij de Millingerwaard stonden de allerlaatste inheemse zwarte populieren. Een typische rivierboom. Daarvan zijn zaden gewonnen, opgekweekt en op verschillende plekken langs de rivieren aangeplant. Nu is de zwarte populier terug van weggeweest. Deze boom speelt een belangrijke rol in het ecosysteem van riviernatuur, met soorten als het de pauwoogpijlstaart en populierenhaantje.’  

Ykelien Damstra woont langs de IJssel en is ecoloog bij ARK. ‘Wij leren van natuurontwikkelingsgebieden langs de Waal zoals de Millingerwaard dat het ooibos vanzelf terugkeert, als je maar wat geduld hebt. Begin jaren negentig waren experts bang dat zachthoutooibos niet op eigen houtje zou terugkeren. Inmiddels weten we beter. Het miegelt ervan en er zijn zelfs speciale kapoperaties als Stroomlijn ingezet om ooibos te temperen.’ 

‘Heb respect voor de zaadbank die in veel uiterwaarden aanwezig is. Zorg dat de verspreidingsfactoren weer op gang komen. Dat kan wind zijn of grote grazers. Kijk daar vliegt een gaai, die helpt daar ook bij. Laat die natuur het zelf invullen. Dat kost wat tijd, maar juist dat proces ernaar toe is mega-rijk aan vlinders en vogels. Via ruigte en struweel ontstaat vanzelf ooibos.’

Wild zwijn 

Verder wandelend langs een door hoogwater ondergelopen houtsingel, valt het w-woord. Dat is niet de wolf, maar het wild zwijn. Een wenssoort van ARK. Het everzwijn is vloeken in de kerk van bij boeren en provinciale overheden en ook de meeste natuurorganisaties zijn huiverig. Want wilde zwijnen hebben de reputatie dat ze overal doorheen rossen, veel vernielen, gevaarlijk zijn en schade toebrengen aan weilanden, akkers en dijken.  

Ykelien breekt niettemin een lans voor wilde zwijnen in uiterwaarden van de rivieren. ‘Het wild zwijn zou heel tof zijn. Dan krijg je kiemplekken en open stukken waar de zwijnen wroeten op zoek naar voedsel. Dan gaan er planten groeien die je niet verwacht en het helpt ook de spontane bosontwikkeling. Het is een dier dat uitstekend past in dit landschap, want wilde zwijnen zijn eigenlijk meer moerasdieren dan bosbewoners.’ 

‘Het zou fijn zijn als we wat minder krampachtig gaan doen over het wilde zwijn in de riviernatuur’, valt Bart zijn collega bij. In de Millingerwaard liep ooit een paar maanden een verdwaald everzwijn en ook langs de IJssel dook twee jaar terug een wild zwijn op. De dieren kregen de kogel zodra ze gingen wroeten in de binnendijkse landbouwgebieden. 
‘Laten we de binnendijkse maisakkers en andere landbouwgebieden goed beschermen en het wilde zwijn een beetje ruimte geven langs de rivieren. In de natuur heeft het wild zwijn een sleutelrol. En voor boeren zijn er schadevergoedingen. Eventueel beheren als de aantallen uit de hand lopen.’ 

ARK blijft benadrukken dat grote wilde dieren als everzwijn en edelhert cruciaal zijn om wilde natuur tot wasdom te brengen. ‘Als grote grazers terugkeren zien we natuur zo mooi en positief reageren. Dat smaakt echt naar meer. Wilde dieren zijn natuurlijke verspreiders van zaden, beheerders en brengers van mineralen in de bodem als kadavers vergaan. Maak daar alsjeblieft ruimte voor in Nederland.’

Image
Sleutelrol bodemwoeling. © Jeroen Helmer

IJsselvallei 

Dit is tegelijk de veelgehoorde kritiek op de ideeën van natuurorganisatie ARK Rewilding Nederland. Is die ruimte er wel? Ook langs de relatief kleine uiterwaarden van een rivier als de IJssel tussen Westervoort en Kampen?  
‘De IJsselvallei is inderdaad behoorlijk smal’, beaamt Ykelien. ‘Toch zie ik allerlei kansen voor verbetering van de natuur langs de IJssel. Die kan veel rijker en gevarieerder dan het nu is. Je zou ook meer verbindingen kunnen leggen met binnendijkse natuur en aan de Gelderse kant met de Veluwe.’ 

Vanuit Rijkswaterstaat is er huiver voor verwildering van riviernatuur. Meer ooibos zorgt voor opstuwing en dat leidt tot meer risicovolle druk op de dijken, is hun redenering. ‘Er is een enorme behoefte aan beheersbaarheid’, constateert Ykelien. ‘Aan de natuur overlaten, vinden we in Nederland vaak te spannend.’  

Scheepvaart 

Beide ARK-medewerkers kijken graag naar het totaalplaatje van het riviersysteem, inclusief de dijken. Dat is lastig voor veel beleidsmakers, want de hoofdstroom van de rivier en de dijken zijn buiten de begrenzing van Natura 2000 gehouden. ‘Hoe kun je in vredesnaam de ruggengraat van een riviersysteem – de hoofdstroom – buiten natuurplannen houden. Dat gaat niet. Ook de binnenvaart heeft nog een grote vinger in de pap bij rivierplannen', zegt Ykelien. 

Het is de overtuiging van Bart en Ykelien dat meer natuur in de uiterwaarden gunstig is voor de hoogwaterveiligheid en uiteindelijk ook voor de bevaarbaarheid van de IJssel.  
‘Veel nevengeulen langs de IJssel staan in de zomer droog. Als je natuurlijke processen herstelt, zomerkades verlaagt en meer water inlaat, zul je zien dat die geulen ook weer beter gaan functioneren.’ Bart: ‘De scheepvaart is er op langere termijn mee gediend dat er weer uitwisseling komt tussen uiterwaarden en rivier. De uiterwaarden zijn nu statisch en vast, uit angst dat de vaargeul dichtslibt. Als er weer uitwisseling komt van sediment tussen hoofdstroom en nevengeulen, dan stoppen we ook het insnijden van de rivierbodem met 2,5 centimeter per jaar. Dat is nu een toenemend probleem.’  

‘We moeten echt eens het besef krijgen: De rivieren zijn van ons allemaal. Niet alleen van de scheepvaart, maar ook van de otter, de mens en de steur. Laat de scheepvaart meebewegen met wat de rivier van nature doet: zand verplaatsen en geulen maken. Nu passen we rivieren volledig aan, voor de scheepvaart.’ 

Met schepen met minder diepgang en elektrificatie, zou de beroepsvaart heel goed passen in een natuurlijk riviersysteem. Ykelien zou de IJssel tussen Westervoort en Zutphen om willen vormen tot een rivier waarin de natuur op 1 staat, met zandige oevers, veel meestromende geulen, stilstaande oude meanders en ooibos in de uiterwaarden. ‘Dan kunnen de schepen vanaf de Waal via Zutphen richting Duitsland en vice versa. Benedenstrooms vormen we de IJssel dan om tot een natuurlijke rivier, waarin we alle stenen van de oevers en de kribben weghalen. Dan de uiterwaarden laten begrazen door grote kuddes paarden en runderen en het voor edelherten en wilde zwijnen makkelijker maken om van de Veluwe naar de IJssel te komen. Dan zul je zien: we krijgen feest.’

Recreatie 

Dat zou ook goed nieuws kunnen zijn voor de recreatie, denken de ARK’ers. Ons land groeit in inwonertal en dus groeit de behoefte aan meer natuur om in te wandelen en te fietsen. ‘Wilde riviernatuur is bij uitstek aantrekkelijke recreatienatuur. Bovendien kan deze robuuste natuur tegen een stootje. Dus hoe meer riviernatuur, hoe meer we recreatiemogelijkheden vergroten’, zegt Bart.  

Hij denkt dat een landschap met natuurlijke graslanden, nevengeulen en ooibos toegankelijker en aantrekkelijker is voor de recreant dan een klassiek boerenrivierlandschap met koeien. In elk geval wordt het gevarieerder. 
‘In de Millingerwaard komen in de open ooibossen ook de veldleeuwerik en de graspieper voor; soorten van de graslanden. Vorig jaar telden we nota bene bijna 3.000 verschillende soorten flora en fauna in dit gebied. Dat is een ongekende rijkdom en het gevolg van diversiteit in het landschap. Deze variatie haal je niet op klassiek boerenland in de uiterwaarden.’ 

Image
Veldles in de nevengeul bij Leeuwen
‘We moeten echt eens het besef krijgen: De rivieren zijn van ons allemaal. Niet alleen van de scheepvaart, maar ook van de otter, de mens en de steur.' © Elma Duijndam

Polderen   

Tijdens onze wandeling door Cortenoever komen we Louis-Jan van den Berg tegen. Hij inventariseert in opdracht van Staatsbosbeheer wilde planten in de uiterwaarden. De nieuwe riviernatuur van Cortenoever vindt hij een aanwinst. Maar wel met een kanttekening. ‘Vroeger werden hele stukken begraasd door koeien en paarden. Dat leverde prachtige vegetatie op. Nu willen ze er schapen op zetten. Dat is een ramp voor de natuurlijke vegetatie.’  

In zijn werk bezoekt Van den Berg ook natuurgebieden die ARK heeft ingericht. ‘Dat vind ik vaak een verademing, want daar is de sturende hand van de mens niet te zien. In gebieden van reguliere natuurorganisaties herken ik vaak ingezaaide soorten wilde planten.’ 

Bart en Ykelien zijn blij met de waarneming van de wilde flora-expert. Ze kijken uit naar wat de Programmatische Aanpak Grote Wateren gaat brengen; waarin meer ruimte is voor grootschalige natuurontwikkeling in de Gelderse Poort langs de Waal en tot aan Rheden en Doesburg langs de IJssel. ‘Laten we vaker wat proberen los te laten en de riviernatuur wakker kussen. Ze ligt te wachten als een Doornroosje in het kasteel…’

 

Tekst: Wim Eikelboom

Dit artikel is in opdracht geschreven ter gelegenheid van ARK35. Voor de vijfendertigste verjaardag van ARK Rewilding Nederland vroegen we verschillende journalisten om mee op pad te gaan en een frisse blik te werpen op ontwikkelingen in de zeven ARK-gebieden. Lees ook de andere artikelen over de oprichting van ARK Rewilding Nederland, herten in het Groene Woud , Hoe Kempen~Broek in slechts 10 jaar tijd Unesco Biosfeergebied werd en Noordzeeherstel uit de postzegelmodus halen.

Image
Grazers zorgen voor rijke halfopen landschappen.
Grote grazers spelen een sleutelrol in de vrije natuur. Hier kunnen zij doen waar zij het beste in zijn; het laten ontwikkelen van halfopen landschappen waar natuurlijke processen zorgen voor een enorme variatie aan planten en dieren, zoals hier in de Millingerwaard. © Staffan Widstrandt