Stel je voor. Een rif vol felgekleurde anemonen en zachte koralen bedekt de bodem. Vissen krioelen door elkaar. Een zeester wrikt geduldig een kakelverse mossel open. In de verte glijdt een negen meter lange reuzenhaai traag en onverstoorbaar door het zoute water. Bruinvissen jagen kun kostje bij elkaar en zeevogels duiken naar vis. Zo rijk, divers en levenskrachtig was de onderwaterwereld in de Nederlandse Noordzee. Een essentieel puzzelstuk daarvoor is gezond, uitgestrekt rif. Daarom zet het Noordzeeteam zich in om nieuwe, levensvatbare en robuuste van riffen te maken. ARK werkt op twee plekken in de Nederlandse Noordzee aan rifherstel: in de Voordelta en bij de Borkumse Stenen.
Voordelta
De Voordelta ligt voor de kust van Zeeland en Zuid-Holland. Het is een groot gebied, waarbinnen we op verschillende plekken onderwaterexperimenten doen. Vroeger bij Hinderplaat en de Bollen van de Ooster, en nu nog altijd bij Blokkendam en VD05. We testen onze ideeën en oplossingen hier vaak uit, omdat het een bewezen goede plek is voor oesters én we door de ligging – niet ver uit de kust, in vrij ondiep water – de resultaten makkelijker kunnen bekijken. Onze proefgebieden liggen dicht bij een rif van zo’n 200 hectare groot liggen. Dat rif is het laatste waarvan we weten in de Nederlandse Noordzee. Via onderzoek leren we nog altijd over het ontstaan en voortbestaan van het rif, en over onze ‘biobouwer’: de Europese platte oester.
Borkumse Stenen
Bij de Borkumse Stenen is het een totaal ander verhaal. Het gebied ligt zo’n 20 km ten noorden van Schiermonnikoog. De zeebodem ligt wel 24 meter diep onder het wateroppervlak. Vroeger lag er bij de Borkumse Stenen een rif. Nu is dat verdwenen, maar liggen er nog altijd stenen. Zulke stenen noemen we in vaktaal ‘hard substraat’. En ‘hard substraat’ is een van de belangrijke voorwaarden voor jonge oesters om te kunnen overleven. Nadat de larven in het water zijn gelaten door de ouderoester, gaan ze op zoek naar een hard materiaal om zich aan vast te hechten. Alleen dan kunnen ze verder groeien. Omdat er vroeger een rif was, en er nu nog stenen liggen, vermoeden we dat het gebied bij de Borkumse Stenen zich goed leent voor ons eerste, nieuwe rif in dieper water Het proefgebied in de Borkumse Stenen is uniek: veel onderzoek naar herintroductie van de Europese Platte Oester gebeurt dicht bij de kust en in intergetijdengebieden. De Borkumse Stenen is een van de weinige locaties waar kennis wordt verzameld over hoe nieuwe riffen kunnen worden gestart ver uit de kust (‘offshore’).
Bedenken en uitproberen
Al sinds 2016 bedenkt en probeert ARK manieren uit om nieuwe riffen te starten. Sinds eind 2022 heeft onze partner Stichting Zeeschelp een betrouwbaar ‘recept’ om Europese platte oesters te kweken. Dat betekent dat het lukt om op bestelling volwassen oesters oesterlarven te laten voortbrengen én dat die larven zich vasthechten aan lege schelpen. Een wereldprimeur! De begroeide schelpen verpakken we in netten, en die doen we weer in onze zelfontwikkelde oesterkorven. Daarbij gebruiken we zoveel mogelijk biologisch afbreekbare materialen. De oesterkorven gaan mee aan boord van een schip en worden uitgezet bij de Borkumse Stenen en de Voordelta.
Beginnend rif barst uit korf
Bij een uitzetactie worden de oesterkorven afgezonken en gestabiliseerd met betonnen ankers. Dat is nodig om de oesterkorven op hun plek te houden. De korf tilt de jonge oesters iets van de zeebodem af, zodat zij niet verstikken onder het zand en beter beschermd zijn tegen roofdieren, zoals krabben en zeesterren. De oesters kunnen erin groeien, tot ze een klomp vormen en de korf barst. De verwachting is dat het beginnende rif dan al zo aan elkaar is gegroeid, dat het bestand is tegen de kracht van de zeestroming.
Samen opschalen
Nu is de tijd rijp om rifontwikkeling grootschaliger aan te pakken. Meer is beter: hoe meer larven we in het water laten, hoe groter de kans dat genoeg larven volwassenheid bereiken om samen een rif te vormen. En hoe groter het rif, hoe beter het in staat is om klappen van bijvoorbeeld visserij en stormen op te vangen. Met hulp van het Deense energiebedrijf Ørsted kan ARK meer oesters dan ooit naar zee brengen. In 2023 werd de meest grootschalige actie tot nu toe uitgevoerd: zo'n 5 miljoen oesterlarven werden uitgezet in de Voordelta, en nog eens 5 miljoen bij de Borkumse Stenen. Het plan is om dat de komende jaren te herhalen. Oesters planten zich niet ieder jaar voort. Door oesters van verschillende leeftijden te introduceren, vindt voorplanting ook in verschillende jaren plaats.