Om afgestudeerde hbo- en WO-ers in de waterwereld inzicht te laten krijgen in het functioneren van een vrije rivier, organiseerden Keesjan van den Herik en Alphons van Winden samen met Jaap Feil van het Nationale Watertraineeship twee jaar geleden voor het eerst een driedaagse kanotocht op de Allier, een zijrivier van de Loire in Frankrijk. Bij Keesjan en Alphons is kennis over projectorganisatie en rivierprocessen ruim aanwezig, maar er ontbrak nog een ecologische component in het verhaal, waar ik dit jaar, vanuit ARK Rewilding Nederland, invulling aan geef. Als sidekick peddelt Martijn Daalder mee, samen met Bart Peters, oprichter van Smart Rivers en verbonden aan P2. Martijn is specialist bij het inrichten, besturen en transformeren van complexe samenwerkingsverbanden en als zodanig geïnteresseerd in systeemdenken.
Déjà vu
Aan de oevers van de Allier begon het allemaal voor ARK Rewilding Nederland in 1989. De Provincie Limburg had ons destijds gevraagd om een plan voor de Grensmaas te bedenken dat zou voorzien in de winning van 55 miljoen ton grind voor de nationale bouwbehoefte, hoogwaterveiligheid voor de dorpen langs de Grensmaas en het ontwikkelen van een aantrekkelijk rivierlandschap van 1500 hectare over ruim 40 kilometer. Een zeer grootschalig plan dat momenteel daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Om ons een beeld te vormen van hoe een vrije rivier functioneert, bezochten we toen de Allier, net als de Grensmaas een grindrivier met een vergelijkbare waterafvoer. We waren diep onder de indruk van de manier waarop deze rivier, waar de Franse waterbeheerder niet op ingrijpt, zijn vrije weg kiest en het landschap vormgeeft.
Nog steeds doet deze rivier wat ze van nature doet: aanvallen van oevers in de buitenbocht en neerleggen van sediment in de binnenbocht. Ze ontwortelt bomen en stapelt tijdens hoogwaters de boomlijken op aan de koppen van eilanden tegen het aldaar opgroeiend bos. Er zijn nevengeulen en afgesneden meanderbochten, hoog- en laagdynamische delen.
De twintig plaatsen die onder de jonge talenten vergeven worden zijn elk jaar in no time geboekt. De deelnemers volgen het watertraineeship van Jaap, maar werken ondertussen bij overheden en bedrijven. De één is beleidsmedewerker bij de provincie, de ander watermanager bij een aardappelconcern.
Overal water
De woensdag is de binnenkomstdag, waarbij iedereen zijn tentje opzet op de camping iets ten zuiden van Moulins, direct aan de Allier. De volgende dag rijdt de kanoverhuurder ons naar de opstapplek, een tiental kilometers bovenstrooms van de camping waar we de kano’s te water laten. Meteen melden zich een griel op een grindbank en twee wouwen boven ons hoofd. Het heeft de weken hiervoor nog flink geregend in het Centraal Massief waar de Allier ontspringt, dus het water staat vrij hoog en is troebel door de geërodeerde grond. Toch zijn er voldoende grindbanken drooggebleven voor de nesten van de kleine plevieren en de colleges van Alphons. Voor de laatste moeten telkens wel eerst de deelnemers van het klasje bij elkaar geroepen worden, want die liggen binnen vijf minuten met zijn allen in het water. Zo krijgen ze niet alleen de theorie te horen, maar ervaren de deelnemers de dynamiek van de rivier ook letterlijk aan den lijve. Het weer is dan ook uitstekend met veel zon.
Het verhaal van de levende natuur
Er is echter een manco aan de Allier: grote grazers als paard of rund ontbreken als natuurlijke landschapsvormgevers aan de oevers. Boerenvee graast alleen op de hogere plateaus. Gelukkig snijdt de Allier op enkele plekken dit plateauniveau aan en bevindt zich op één van die plekken een extensief begrazingsterreintje. Toevallig of niet, hier groeien ook een paar vrijstaande eiken met een fantastische ooievaar- en reigerkolonie. De nesten van blauwe reigers en kleine zilverreigers, koereigers en kwakken op de kale uitstekende takken zijn niet te missen. Erboven jagen bijeneters op de libellen. Op dit terrein is, door de vele planten met stekels (distels, hondsroos, meidoorn) en zaden met haakjes (agrimonie), goed de wisselwerking met grazers uit te leggen. Maar ook het dode hout in de rivier laat voorbeeldig het sorteren van sedimenten zien en de op de schors aangehechte kokers van kokerjuffers, die het water filteren. Het inbrengen van zuurstof in het water door dood hout is bekend, maar had ik nooit goed begrepen, tot ik, tijdens het kanoën, het geruis van het water dat over het boven water uitstekende hout valt al van honderden meters afstand kon horen.
Aan de vragen die de trainees stellen valt op te maken dat de stof goed aansluit bij hun achtergrond. Menigeen is zelfs geïnteresseerd in een breder ecologisch verhaal. Tegen de avond komen we aan op de camping, waar de kano’s voor het vervolg van de tocht op de volgende dag op de kant worden gehesen.
De ondoorgrondelijke rivier
De tweede dag varen we het Parc National in en kamperen we (net erbuiten) in het wild op een grindbank. Onderweg zien we dat de rivier, die het jaar ervoor nog aarzelend een bochtafsnijding had ingezet, dit jaar al serieus op die plek aan het stromen is. Ook valt de rivier op grote schaal maïsakkers aan en spoelt leidingen bloot. Oeverzwaluwen en bijeneters broeden in de hoge steilranden die hier het gevolg van zijn. Ronduit spectaculair is het om te zien dat de rivier, bij het aansnijden van een zeer hoog terras, gedwongen wordt om aan de binnenbocht te eroderen en aan de buitenbocht te sedimenteren (drijfzand). Onder de brug van Moulins is voorzien in een zogenaamde kano-goot om de stuw te passeren. De stroomversnelling in de goot kan aan het eind ervan leiden tot draaikolken, wat riskant kan zijn. Alphons gaat voorop en zal melden als er wat bijzonders is. De eerstvolgende kano’s zijn echter al onderweg als Keesjan het bericht krijgt dat halverwege een grote tak uitsteekt, midden in de stroom. Maar goed dat de kwetsbare spulletjes in de waterdichte tonnen zijn opgeborgen want bijna de helft van de kano’s slaat om op de tak.
Na de lunch op de tweede dag dreigt er onweer en besluit de kanoverhuurder ons een uur eerder van het water te halen. Desondanks overal brede glimlachen op de gezichten als iedereen zijn spulletjes pakt op de camping en ieder op eigen wijze terugkeert naar huis.