Slijmerige drakentong, gewone alikruiken, bleke piekjessponzen en slingerzakpijpen. De duikers van Stichting Anemoon hebben deze ochtend al een paar van de meest wonderlijke wezens van de Noordzee verzameld. In potjes en bakjes staan ze uitgestald in het midden van de kring. Medewerkers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn vandaag afgereisd naar de rand van het Grevelingenmeer voor een snorkelexcursie. ARK en Stichting Anemoon nemen deze zomer mensen mee die in hun werk iets kunnen betekenen voor het leven in de Noordzee. Hans Nieuwenhuis, afdelingshoofd van de afdeling Zeebeleid bij het ministerie I&W: “Normaal gesproken werken we in een kantoor via schermen, kaarten, beleidsbrieven en kamerteksten aan allerlei vormen van zeebeleid. We zorgen voor de ruimtelijke ordening van de Noordzee bijvoorbeeld, en het bereiken van een goede toestand van het mariene milieu. Maar tijdens zo’n snorkeltocht ervaar je aan den lijve wat het is waar wij mee bezig zijn. Het is zo’n unieke kans om direct in contact te komen met ons werkveld en de materie, en er echt helemaal in ondergedompeld te worden. Dus ja, dat wilden we héél graag!”
De deelnemers trappen de ochtend af met een crash course over schelpdierriffen. Dat zijn de koraalriffen van het noordelijk halfrond. “Op deze plaat van ARK-tekenaar Jeroen Helmer zie je goed hoe het leven in de Noordzee er ooit uit zag, en er weer uit kan gaan zien als het de nodige rust en ruimte krijgt”, vertelt Julia van Beinum van Stichting Anemoon. Ze houdt de plaat omhoog. Op de tekening is een rif te zien van mosselen en oesters, bezaaid met zeepokken, wieren en kleurige anemonen. Haaieneieren zijn afgezet tegen sponzen, een krab wordt te grazen genomen door een zeekat en zeevogels duiken naar hun maaltje op de bodem. Ooit waren dit soort plekken talrijk en verspreid over enorme oppervlakten in de Noordzee. In de afgelopen honderd jaar verdwenen ze zo goed als volledig van de zeebodem.
“Schelpdieren als oesters en mosselen bouwen door voortplanting dit soort riffen”, vertelt Julia verder. “Hun larven gaan op zoek naar een geschikt hard oppervlak om zich aan vast te maken, zoals een steen of een schelp. Zo groeit een schelpdierrif met de jaren. Maar als de larven niet op tijd zo'n plek vinden, dan gaan ze dood.” Doordat er nu vooral nog zanderige zeebodems over zijn, is het moeilijk voor larven om geschikte hechtingsplekken te vinden. Er zijn bijna geen inheemse oesters meer en geen rustige bodems met harde structuren waar riffen zichzelf kunnen herstellen. Daarom zet ARK samen met Deens energiebedrijf Ørsted drie jaar op rij oesterkorven uit met nieuwe bronpopulaties van verschillende generaties oesters. De oesterkorven staan in de Noordzee in de Voordelta, vlakbij het Grevelingenmeer, maar dan net aan de andere kant van de Brouwersdam. “Het zou fantastisch zijn als we manieren vinden om nieuwe riffen als het ware te ‘kickstarten’”, vult Roos Bol van ARK aan, “Zodat ze zelf kunnen uitgroeien tot nieuwe bronnen van leven voor de Noordzeenatuur.”
Het Noordzeeleven in de potjes en bakjes gluurt de deelnemers ondertussen aan. Nu is het tijd om daar iets over te leren. De zeepissebedden, fuikhorens, massasponzen en viltwieren worden rondgegeven in de kring en vol fascinatie bestudeerd door de deelnemers. Ondertussen vertelt soortenexpert en gids Mick Otten van Stichting Anemoon allerlei wetenswaardigheden over deze onderwaterwezens. Hoe onderscheid je een mannetjes- van een vrouwtjeskrab, wat is een zakpijp voor bijzonder dier en welke talrijke niet-inheemse soorten zijn er te vinden in de Zeeuwse delta? Wist je dat veel zeedieren, zoals bijvoorbeeld het muiltje, tijdens hun leven van geslacht kunnen veranderen? En dat een mossel zijn eigen ‘bison kit’ maakt, in de vorm van lange byssus-draden waarmee hij zich vasthecht? Hans: “Het is heel handig om eerst een introductie te krijgen. Dan weet je een beetje waar je naar moet kijken, wat je veel zult zien en wat een stuk zeldzamer is. Als we dat achteraf hadden gedaan, dan was de helft ons denk ik niet opgevallen. En dan te weten dat ze al die organismen dezelfde ochtend nog uit het water hadden gehaald!”
Het is tijd voor de hoofdact. Iedereen hijst zich in wetsuits, past hun snorkelmasker en doopt hun tenen in het frisse water. Het Grevelingenmeer is het grootste zoutwatermeer van Europa, en herbergt een vergelijkbaar habitat als de ondiepe Noordzee, net buiten de dijk. Omdat het meer beschut ligt en niet te maken heeft met de dynamische golfslag van de Noordzee, is het doorzicht hier een stuk beter. Hier duiken de deelnemers in een nog maar weinig bekend en aangetast natuurgebied. Onder water zien ze het leven waar ze net zoveel over leerden, maar dan in zijn eigen, kleurrijke leefomgeving. “Ik was eigenlijk best wel onder de indruk. Het was heel mooi weer, dat was heel onverwachts. Maar dat leidde ook tot mooie lichtval. Als je heel dichtbij de basaltblokken zwom, dan viel je ineens van alles op. We zagen veel krabben, en één groepje zag ook nog een kreeft. En natuurlijk al die wiersoorten die we door onze handen hadden gehad. Door de introductie zagen we veel meer rijkdom, dan als we zomaar het water in waren gegaan. Wat ook opviel: als we weggingen van de harde blokken aan de kant, boven de zandige bodem, dan zagen we ook een stuk minder. Al die verschillende organismen waren wel verrassend voor ons team. Ik denk niet dat iemand van tevoren had kunnen zeggen: ik kan deze veertig of vijftig soorten gaan zien. Sommige teamleden zijn van het begin tot eind blijven kijken en determineren en terugkomen om te zeggen wat ze hadden gezien.”
Na ongeveer een uur stappen de teamleden van het ministerie I&W koud, maar vol indrukken het water weer uit. De database van Stichting Anemoon, het Monitoring Project Onderwater Oever (MOO), is weer flink aangevuld met alles wat de teamleden zagen. De database is een vorm van citizen science waar al meer dan 25 jaar waarnemingen van de mariene flora en fauna in de Nederlandse kustwateren worden vastgelegd. Hans: “Ik werkte zo’n vijftien jaar geleden bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselzekerheid. De gegevens van Stichting Anemoon hebben toen bijgedragen aan beschermingskaders voor bepaalde gebieden.” Na een kop thee om op te warmen, neemt de groep afscheid. Hans: “Het was superleuk om te doen en alle rifbouwers en de complexiteit zelf te zien. Ik bedoel, daar hebben wij dagelijks mee te maken in ons werk. Door zo’n snorkeltocht wordt het tastbaar. Dit zouden we graag nog eens doen!”
Snorkeltochten voor impact
ARK Rewilding Nederland organiseert samen met Stichting Anemoon snorkeltochten voor mensen die via hun werk impact kunnen hebben op de Noordzeenatuur. Soms kunnen zij actief iets doen om te beschermen wat er is of herstel te initiëren, en soms kunnen ze juist iets níet te doen zodat er rust blijft of ontstaat. Deze zomer namen we mensen mee van bedrijven in o.a. schelpdierkweek, windenergie, bij ecologische bureaus, wetenschappelijke instituten, NGO’s die zich bezighouden met Noordzee, andere rifbouwende organisaties en medewerkers van de ministeries Landbouw, Natuur en Voedselzekerheid en Infrastructuur en Waterstaat.