Rivieren zonder nevengeulen kun je vergelijken met snelwegen zonder parkeerplaatsen en tankstations. Het water jakkert er met hoge snelheid doorheen en voor maar een beperkte groep "weggebruikers" is er plaats. Sterke en snelle vissen redden zich wel, maar de jonge dieren en de organismen van rustig water overleven het niet. Eén hoofdstroom zonder zijgeulen is biologisch gezien erg beperkt. Een natuurlijke rivier wordt juist gekenmerkt door afgesneden meanders, meestromende nevengeulen en poelen, die alleen bij hoogwater in contact staan met de rivier. Hier is plaats voor oeverbegroeiing, in het water gevallen bomen en een rijke schakering van waterorganismen. De hoofdstroom is de slagader; het netwerk van nevengeulen de aders en haarvaten en samen zorgen ze voor de explosie van leven. De aanleg van nevengeulen speelt in die zin een cruciale rol in het ecologische herstel van de rivier.
Nevengeulen zijn onder andere gerealiseerd op de volgende plekken:
langs de Waal:
Klompenwaard bij Doornenburg
Leeuwense Waard bij Beneden-Leeuwen
Gamerensche en Breemwaard bij Zaltbommel
langs de IJssel:
de Vreugderijkerwaard bij Zwolle
de Duursche Waarden bij Wijhe