Grote grazers in natuurgebieden blijken behoorlijk weerbaar tegen wolven. Dat blijkt uit bestudering van ervaringen in het buitenland, en de recente ervaringen van kuddebeheerders in Nederland. Wel is het van belang dat de kuddes van deze wildlevende dieren zo natuurlijk mogelijk zijn. Dat wil zeggen, vrouwelijke en mannelijke dieren in een natuurlijke leeftijdsopbouw en met een goede opgebouwde terreinkennis. Wolven lopen dan over het algemeen in een grote boog om zo'n kudde heen. Of we het nu hebben over wisenten, waterbuffels of wildlevende paarden en runderen; als kudde staan zij samen sterk. Runderen gaan in een hele of halve kring om hun kalfjes staan en houden met hun kop en hoorns de wolven weg van kwetsbare kuddegenoten. Stieren vallen de wolven desnoods aan en als die niet snel genoeg weg zijn, dan delven ze letterlijk het onderspit. Wisenten doen daar zelfs nog een schepje bovenop en begeleiden een wolf nogal dwingend naar de buitenkant van ‘hun’ gebied. Ook waterbuffels sturen grote roofdieren op deze manier weg. Bij paarden werken meerdere hengsten samen om wolven weg te houden van hun kudde.
Minder natuurlijke kuddes, of zelfs groepen dieren die uniform zijn samengesteld (zonder mannelijke dieren, allemaal jonge dieren, of dieren die maar kort in het gebied zijn) zijn wel kwetsbaar: zij kunnen hun natuurlijke verdedigingsmanieren niet gebruiken door gebrek aan ervaring, onvoldoende terreinkennis (weten waar het veilig is, of waar gevaar vandaan kan komen) of zonder de leidersrol van oude, ervaren dieren in de groep.
ARK heeft al tientallen jaren ervaring met wolven en wildlevende runderen en paarden. Die ervaring deden we aanvankelijk op in het verre buitenland. In Letland en Bulgarije waren we betrokken bij natuurontwikkelingsprojecten waarbij koniks (een paardenras), en runderen uit onder andere Nederland werden geïntroduceerd. Wolven zijn in deze landen talrijk. Al snel hadden zelfs Nederlandse runderen en paarden door hoe ze hun kudde succesvol moesten beschermen tegen wolven. In het begin ging er wel eens een kalfje of veulen verloren, maar de grote grazers leerden in hoog tempo hoe ze hiermee om moesten gaan. In de Bulgaarse Rhodopen is zelfs waargenomen dat ’s nachts reeën en koniks midden in de runderkudde schuilen. In de Rhodopen bleken rundergroepen met meerdere stieren het meest succesvol. Dit leidde ertoe dat ook lokale boeren in hun eigen kuddes meerdere stieren gingen houden.
Natuurlijke kudde staat samen sterk
De succesfactor bleek telkens een natuurlijke kuddesamenstelling, dat wil zeggen, een kuddesamenstelling zoals die van nature ontstaat, en niet zoals wij dat bedenken. Bij natuurlijke kuddes groeien jonge dieren op in een hechte, sociale groep; hier krijgen ze bescherming en een jarenlange leerschool. Ook onder de volwassen dieren in de kudde is zowel het vrouwelijke als het mannelijke geslacht vertegenwoordigd: bij een harem merries leven meerdere hengsten en in een koeiengroep leven meerdere stieren.
Mannelijke en vrouwelijke zoogdieren worden in gelijke aantallen geboren, maar omdat mannelijke dieren gemiddeld eerder sterven, is de verhouding man-vrouw bij volwassen dieren ongeveer een op twee. Deze geslachtverhouding biedt voldoende veiligheid tegen wolven. Een hoger aandeel mannelijke dieren veroorzaakt onrust en dat gaat juist weer ten koste van de veiligheid. Onnatuurlijk samengestelde kuddes blijken veel kwetsbaarder. Afgespeende kalveren en jaarlingen missen de benodigde ervaring, bescherming en structuur.
Wat houdt de zorgplicht in voor wildlevende grazers?
De eigenaar van grazers in natuurgebieden heeft in Nederland een zorgplicht voor zijn dieren. Met grote grazers in de natuur voldoe je daaraan als je robuuste rassen inzet in een natuurlijke kuddesamenstelling. Juist wildlevende grote grazers in grote gebieden kunnen zelf kiezen op welke plekken ze willen zijn, waar het beste eten groeit en waar het veilig is. Daarmee hebben ze bijna de vrijheid die herten, zwijnen en reeën hebben, maar hebben ze tegelijkertijd een veel betere verdediging dan deze dieren door samen op te trekken. Zo heeft de natuur zelf het beste antwoord op het natuurlijke optreden van roofdieren. Zorgen voor een landschap waarin voldoende wildlevende prooidieren beschikbaar zijn, en gehouden dieren goed worden beschermd, zou je ook kunnen beschouwen als een deel van de zorgplicht naar de natuur, en zal bijdragen aan een conflictarm samenleven met wolven.