Knoflookpadden horen echt thuis in het Kempen~Broek, nog niet zo lang geleden werden de laatsten gehoord. Nu er nieuwe natuur ontwikkeld is krijgt ook de knoflookpad een nieuwe kans. Als zetje in de rug worden in verschillende gebieden gedurende een paar jaar larven van knoflookpadden uitgezet.
De knoflookpad is een kleine, ongeveer 5 centimeter grote, gedrongen pad die te herkennen is aan de uitpuilende ogen met een oranje iris en een verticale pupil. Bij gevaar geeft de huid een stof af die ruikt naar knoflook. De eieren van de knoflookpad worden afgezet in water waar geen vissen in leven. De rest van het jaar leven ze op land waar voldoende open zand beschikbaar is. Hier graven ze zich op enkele centimeters diepte in. Soms doen ze dat ook in de strooisellaag van bossen.
WIE NOG MEER?
Er zijn talloze soorten die profiteren van natuurontwikkeling in het Kempen~Broek. Zo wordt het natte leefgebied van de knoflookpadden bevolkt door grote aantallen andere amfibieën en libellen. In het droge leefgebied leven talloze insecten zoals hagedissen, zandloopkevers en er groeien akker- en driekleurige viooltjes waar weer kleine parelmoervlinders van profiteren. De knoflookpad is een van de symbolen voor goed functionerende zelfstandige natuur in het Kempen~Broek.
WAT DOET ARK VOOR DE KNOFLOOKPAD?
Kenmerkend voor het Kempen~Broek én voor het favoriete leefgebied van de knoflookpad is dat het er zowel gortdroog als kletsnat is. Op korte afstand van elkaar komen open zandige graslandjes en grote voedselrijke moerassen voor. Met de ontwikkeling van nieuwe natuur door ARK is het aantal plekken met goede overgangen van nat naar droog flink toegenomen. De natuurgebieden van ARK in het Kempen~Broek worden door grazers open gehouden, de runderen zorgen voor stierenkuilen en kortgrazige moerasvegetaties. Wilde paarden zorgen daarnaast met hun graasgedrag, getrappel en het nemen van stofbaden voor een loszandige bodemstructuur waardoor de knoflookpad zich makkelijk in het zand kan verbergen. Grote voedselrijke moerassen zijn nodig voor het snelle opgroeien van de paddenvissen.
WAAR DOEN WE DAT?
Binnen het voormalig leefgebied in het Kempen~Broek zijn onder andere de Loozerheide, Stramprooierheide en de Krang weer geschikt voor knoflookpadden. In 2014 en 2015 zijn hier larven van knoflookpadden uitgezet. Samen met nog bestaande vindplaatsen ontstaat zo weer een keten van leefgebieden. In aangrenzend Brabant komt de knoflookpad nog voor in de buurt van Gastel, en op ruimere afstand bij Deurne en Veldhoven. In Limburg is het gebied rondom Heijthuisen pas recent ontvolkt, maar dit gebied vormt een belangrijke schakel tussen Brabant en oostelijker gelegen gebieden. Op grotere afstand is de knoflookpad nog te vinden op de Meinweg en in het noordelijker gelegen Maasduinengebied. In het Vlaams Limburgse grensgebied rondom Genk komen nog populaties van knoflookpad voor.
WAAROM DOEN WE DAT?
ARK herintroduceert de knoflookpad omdat het een belangrijk symbool is voor goedfunctionerende natuurgebieden met overgangen van kletsnat naar gortdroog. Gaat het goed met de knoflookpad, dan gaat het ook goed met talloze andere soorten van zowel moerassen als van droge zandgrond. Bovendien is de knoflookpad een bedreigde diersoort. Met de herintroductie keert dit dier niet alleen terug in het Kempen~Broek, maar werken we ook aan het herstel van een populatie in een veel groter gebied.
Met wie?
Door samenwerking met een groot aantal natuurorganisaties, overheden en particulieren ontstaat in het Kempen~Broek een lange keten van aaneengesloten natuurgebieden. Sinds 2013 werkt ARK samen met Bureau Natuurbalans / Limes divergens aan de herintroductie van de knoflookpad. Natuurbalans neemt deel aan de landelijk opererende Projectgroep Knoflookpad Nederland. In het dal van de Tungelroysche Beek realiseerde het Waterschap Peel en Maasvallei een groot verbindend lint tussen verschillende natuurgebieden die geschikt zijn voor deze pad. Knoflookpadden worden uitgezet in natuurgebieden van ARK, maar ook Natuurmonumenten stelde terreinen beschikbaar. Door samenwerking met organisaties in Noord-Brabant en Midden-Limburg, zoals Staatsbosbeheer, ontstaat een aaneenschakeling van geschikte leefgebieden van de knoflookpad.
Behaalde resultaten
In 2014 en 2015 werden respectievelijk 1.000 en 700 larven van knoflookpadden uitgezet in het Kempen~Broek. In 2016 volgt een laatste bijplaatsing waarna de knoflookpad het op eigen kracht moet zien te redden. Onderzoek in de komende jaren moet uitwijzen of de knoflookpadden zich succesvol voort gaan planten en zo een duurzame populatie gevestigd hebben.