Elanden kwamen in Nederland tot in de 11e eeuw voor. Dit blijkt uit historische vondsten, maar ook uit oude documenten. Ook gebieden in Nederland lijken weer geschikt voor de eland. ARK deed onderzoek naar terugkeer van de eland in de Biesbosch.
De eland heeft naast andere snoeiers en grazers als ree, edelhert, rund, paard en wisent een specifieke ecologische rol. Als selectieve ‘browser’ vervult het dier een cruciale rol in de ontwikkeling van rivier-, moeras- en bosecosystemen. In natte moerassystemen, waaruit de helft van Nederland van oorsprong bestaat, is de eland zelfs de enige grote herbivoor die er zijn voedsel zoekt. Deze Europese ‘hoogsnoeier’ heeft door zijn voedselkeuze veel effect op de ontwikkeling van struiken en bomen.
De eland heeft een voorkeur voor ooi- en moerasbossen met zachthoutsoorten als wilg, berk en populier. Het voortdurende browsen door jonge bosstadia van elanden heeft een sterke invloed op het successiepatroon van die vegetaties. Dit komt doordat de verschillende struik- en boomsoorten anders reageren op de vraat door opnieuw uit te lopen of juist af te sterven. Enerzijds vertragen elanden jonge bosstadia door hun vraat, anderzijds stimuleren ze ook de ontwikkeling naar een gevarieerder bos. Op den duur worden namelijk de minst smakelijke soorten waaronder veel hardhoutsoorten bevoordeeld. Ook de ontwikkeling van rijke mantel- en zoomvegetaties wordt door elanden gestimuleerd en juist deze subtiele overgangen van bos naar grasland zijn rijk aan kleine zoogdieren, vogels en insecten. De aanwezigheid van elanden betekent dus dat er meer openheid en structuur in bossen ontstaat. In moerassen kunnen elanden bovendien een rol spelen bij het lokaal vertragen van de verlanding van open water.
Hoewel de soort niet op wereldschaal bedreigd is, is de eland wel in een aanzienlijk deel van zijn oorspronkelijke leefgebied in Europa uitgeroeid. Tegenwoordig leeft de eland overwegend in noord en noordoost Europa, maar voorheen kwam hij ook in de gematigde klimaatzone voor. Buiten Scandinavië en Rusland komen sinds kort in delen van Polen en Duitsland weer elanden voor. Om bovengenoemde reden is het van evident belang om ook in het westelijk deel van het Noord-Europese laagland opnieuw ruimte te bieden aan elanden.
Om de natuur in Europa te herstellen is het van groot belang dat zo veel mogelijk soorten uit het oorspronkelijke grazerspectrum terugkeren. Zonder elanden kunnen moeras- en bosecosystemen zich minder compleet ontwikkelen. Terugkeer van de eland betekent dan ook herstel van natuurlijke biodiversiteit en het herbivorenspectrum in Nederland zal hiermee completer worden.
Door de herintroductie van de eland in de voedselrijke delta van West-Europa zou een buitengewoon interessant en groot zoogdier terugkeren. Met zijn overwegend solitaire gedrag vormt de eland een buitenbeetje te midden van de andere grote herbivoren van Europa. Het observeren van een eland in de wildernis zou voor het publiek een onvergetelijke wilderniservaring in de Nederlandse natuur zijn.